, [], Whether a man may make oblations of whatever he lawfully possesses?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want als gij [33]wat blinds aanbrengt om te offeren, [34]het is [bij u] niet kwaad; en als gij [35]wat kreupels of wat kranks [36]aanbrengt, [37]het is niet kwaad! Brengt dat toch uw vorst; [38]zal hij een welgevallen aan u hebben? of zal hij [39]uw aangezicht opnemen? zegt de HEERE der heirscharen. 33. Dat is, een blind beest; zie Lev.22:20,22,25. 34. Of, is dat niet kwaad? 35. Dat is, een beest dat kreupel, lam, of hinkende is; Deut.17:1. 36. Te weten, om te offeren. 37. Of, is het niet kwaad? Ja trouwens, het is kwaad, dewijl de Heere verboden heeft zulks te offeren. 38. Dat is, meent gij dat gij hem een aangenaam geschenk zult brengen, als gij Hem zulk een beest brengt? 39. Dat is, uw persoon goedertierenlijk aannemen, als gij iets van Hem bidt of verzoekt? Zie van deze manier van spreken Gen.19:21.